Havenstraat uitgelicht: nr. 1

Gideon is de eigenaar van Mevius, de gigantische tweedehands winkel op Havenstraat nr 1. Omdat één van zijn medewerkers onlangs is overleden, staat hij nu tijdelijk zelf achter de kassa.

Gideons’ medewerkers zijn als familie voor hem. Eénmaal in zijn carrière is hij de mist in gegaan met de mensen die hij in dienst had, en dat zal hij zich niet weer laten overkomen. ‘Ik wil mensen die blij zijn met hun werk, en het waarderen. Opleiding is totaal onbelangrijk. Het moet klikken en het moeten harde werkers zijn.’

Daar weet Gideon zelf alles van. Hij werkt 7 dagen per week. School ‘was niet zo zijn ding’ en op achttiende begon hij met werken, in een winkel met tweedehands boeken en platen, en op de markt. Het gevoel voor handel heeft hij niet van zijn ouders. Die waren maatschappelijk werkers. ‘Misschien heb ik juist wel succes omdat ik het wiel opnieuw moest uitvinden’ mijmert hij terwijl een groepje nieuwe klanten zich verzamelt bij de kassa.

‘Kassa 2! Kassa 2!’ roept Gideon en hij schuift een plaatsje op langs de toonbank. ‘Ik kan eigenlijk helemaal geen twee dingen tegelijk. Ik doe maar alsof’ zegt hij, terwijl hij een tas met spullen aanneemt van een dame met hoofddoek, de prijs van een oude radiator noemt aan een jonge man, en een praatje maakt met zijn vroegere buurvrouw.

“Ik kan eigenlijk helemaal geen twee dingen tegelijk.
Ik doe maar alsof”

Misschien heeft hij wel van zijn ouders geërfd dat hij goed met veel verschillende soorten mensen overweg kan, suggereer ik. Gideon antwoordt dat het belangrijk is om goed naar mensen te kunnen luisteren, met name bij het kopen van inboedel. ‘Het schoolvoorbeeld van een opkoper is een soort hork van een kerel die binnen komt denderen, direct de dingen aanwijst die hij kopen wil en dat dat dan precies de dingen zijn die de familie juist wil houden. De kunst is juist om in te schatten wat de wens van de familie is, en dat je daar een oplossing voor verzint.’

Hoewel Gideon pas vanaf 2010 zijn winkel heeft op de Havenstraat, heeft hij er wel altijd in de buurt gewoond. Hij is opgegroeid in de naastgelegen concertgebouwbuurt. Toen hij de loods van 1500 m2 op de Havenstraat betrok, verklaarde iedereen hem voor gek. ‘Hoe kun je dat nou doen, op zo’n dood punt!’ zeiden ze. ‘Nou, binnen een week had ik de loop erin. Er nu is er geen houden meer aan’.

Des te vervelender dat hij straks weer weg moet van deze plek. ‘Kijk, een zaak opbouwen kost heel veel tijd en energie. Op het moment dat je hier weg gaat, begint dat hele verhaal weer van voor af aan.’ Daarnaast vindt hij het ook gewoon een fijne plek om te werken. ‘Het is een aparte wereld hier.’

Voor Gideon was het vanaf het begin duidelijk dat hij er tijdelijk zou zitten. Eigenlijk moest de loods afgelopen oktober al leeg, maar na een rechtszaak is die datum inmiddels alweer uitgesteld. Wat hem betreft is elk jaartje extra mooi meegenomen.

‘In het begin ging ik me enorm druk maken: wat moet ik nou met m’n spullen, met m’n bedrijf? Maar daar ben ik mee gestopt.’ Het loopt té goed op de Havenstraat om nu al een andere plek te zoeken. Dus wacht hij af. ‘En omdat het allemaal zo vaag en onduidelijk is, heb ik stiekem de hoop dat het misschien nog wel heel veel langer duurt dan iedereen durft te vermoeden!’