Havenstraat uitgelicht: nr. 23

 

Tegen het einde van de Havenstraat, vlak voor de eilanden, bevindt zich de opslagloods van Robert van der Hoek. Als kind speelde hij hier al, toen zijn vader er werkte als kolenboer. Helaas moesten ze al snel weer vertrekken. Aan het begin van de Havenstraat zat namelijk de concurrent, kolenmaatschappij de Unie. “Wij waren van De Schildpad, dat waren de vrijere jongens. Bij ons waren er geen regels en vaste prijsafspraken zoals bij de Unie. Dus dat botste nogal.”

Leren ging Robert als kind niet goed af. Hij was geen makkelijke jongen, zegt hij zelf. Bovendien is hij zonder rechter onderarm geboren. Schrijven met links, terwijl hij rechts georiënteerd is, ging moeilijk. “Ik schreef alles in spiegelbeeld! Vooral de R, en de d en b…” Na 6 jaar basisschool stopte hij, maar daar is hij niet rouwig om. “Op m’n 16de reed ik met de bakbrommer kolen door de stad naar particulieren. Ik was een vrije jongen”. Later vertoefde hij een tijd in de krakerswereld. Daar was zijn vader, die anti-socialistisch was, niet blij mee. “Zeker niet toen ik volop in actie in beeld was op televisie, met een steen in m’n hand”.

Robert van der Hoek:
“Ik was een vrije jongen”

In de jaren ’80 keerde de familie van der Hoek weer terug naar de Havenstraat en in 1987 nam Robert het bedrijf over van zijn vader. Inmiddels handelt hij niet meer in steenkool, maar in houtskool en openhaardhout. Niet meer aan particulieren, maar aan steakhouses. En de bakbrommer, die is verruild voor een bestelbusje. Op het Havenstraat-terrein is er in al die jaren niet veel veranderd, vindt hij. “Ja, achterin waren er nog meer loodsen, en er waren meer stenen gebouwtjes. De meeste mensen hier kennen mekaar, en helpen mekaar. Dat was vroeger zo en dat is nu nog zo”.

“Hoe ik de toekomst zie? Het liefst zou ik hier nog wel 10 tot 15 jaar blijven werken. Maar ik denk niet dat dat gaat gebeuren. Ik denk dat de gemeente voor het grote geld gaat. Ik begrijp het ook wel, er is woningnood, iedereen wil in Amsterdam wonen. Maar ik heb het gezien in de krakerswereld… op dat soort plekken ontstaat bedrijvigheid en creativiteit. Dat wordt nu onmogelijk gemaakt. Er is geen plek meer voor vrijplaatsen. Het wordt allemaal heel netjes nu, allemaal volgens de regeltjes… Net als bij de Unie vroeger.”